De blauwe bosbes
Oorspronkelijk komt de blauwe bosbes uit Noord-Amerika. Allereerst werd deze bes gebruikt om zijn sterke kleurstof. Deze was zeer geschikt voor het kleuren van verscheidene producten. Al vroeg werden de krachten van de blauwe bosbes ontdekt. Zo gebruikten de indianen deze bes onder anderen tegen verkoudheid. Zij droogden deze bessen, waardoor ze het gehele jaar te consumeren waren. Toen de indianen met de kolonisten in aanraking kwamen, leerden zij hun deze kunde.Rond 1900 werden de bosbessen gecultiveerd tot de blauwe bes, welke in 1923 voor het eerst in Nederland kwamen.
Blauwe bes of blauwe bosbes?
Er is een duidelijk verschil tussen blauwe bessen en blauwe bosbessen. De blauwe bes is een gecultiveerde soort. Zo zijn deze blauwe bessen groter en groeien ze in trossen terwijl de bosbessen klein zijn en zich individueel in de struik bevinden.Nog een kenmerkend verschil is het vruchtvlees. De blauwe bosbes bevat rood vruchtvlees en de blauwe bes wit. Zo geeft het vruchtvlees van de gecultiveerde bessen niet af en zijn ze makkelijker hanteerbaar. Beide bessoorten hebben een blauwe schil met een waasje erover. Deze schil bevat een sterke kleurstof die erg afgeeft en moeilijk te verwijderen is.
De besjes zelf bevatten: citroenzuur, anthocyaan, anorganische zouten, invertsuiker, myrtilline, pectine, vitamine B en vitamine C. Anthocyaan is een paars/rode kleurstof die voorkomt in rode, violet en blauwe kleurstoffen van vruchten.